Gierst met spruitjes


2 el gesnipperde ui
1 gesnipperd teentje knoflook
80 g boter
200 g gierst
6 dl groentebouillon
400 g kleine spruitjes
zout
versgeraspte nootmuskaat
4 dl slagroom
4 eieren
100 g geraspte oude kaas, bv. Emmentaler
versgemalen peper
boter voor de ovenschaal
2 el pijnboompitten

 


Fruit de ui en de knoflook glazig in 30 g van de boter.
Spoel de gierst in een zeef af onder de hete kraan en doe in de pan.
Laat kort meefruiten, giet er de bouillon bij en breng aan de kook.
Laat met het deksel op de pan op laag vuur 20 tot 25 minuten zachtjes koken en daarna iets afkoelen.
Maak de spruitjes schoon en snijd er aan de onderkant kruisvormig in.
Kook ze beetgaar in water met wat zout.
Laat ze in ijskoud water schrikken en schud ze op met 30 gram gesmolten boter.
Breng op smaak met wat zout en nootmuskaat.
Klop de room, de eieren en de kaas los, breng op smaak met wat zout, peper en nootmuskaat en schep door het afgekoelde gierstmengsel.
Schep het mengsel in een beboterde lage ovenschaal, strijk de bovenkant glad en druk er de spruitjes licht in.
Bestrooi met de pijnboompitten en beleg met de resterende in vlokjes verdeelde boter.
Zet de schaal ± 20 minuten in de voorverwarmde oven (180°C).